Gert
de Graaff
en het niets
Na zeventien
maanden geconcentreerde en bijkans destructieve montage-uren
heeft maker Gert de Graaff (1957) zijn film losgelaten.
'De zee die denkt' is ondertussen zijn eigen leven gaan leiden,
brengt sommigen verwarring, anderen verlichting. De Graaff bracht
hij de Joris Ivens Award op het Internationaal documentaire
festival.
De
Graaff: ,,Alleen Hans Beerekamp van NRC-Handelsblad stelde de
vraag 'is dit wel een documentaire?' Hij noemde hem een visueel
essay, maar mijn film is niet te categoriseren.'' De jury was
unaniem: ,,Jury-voorzitter Kossakovski (de Russische regisseur)
heeft zitten huilen. Hij zei 'It reminds me of Tarkovski', voor
mij één van de grootste filmers, maar ik dacht 'wat moet je
van me', hij was aardig beschonken. Wist ik veel dat hij in
de jury zat. Die prijs vind ik natuurlijk hartstikke mooi. Hij
streelt toch mijn ego. Daar gaat mijn film ook over.''
'De
zee die denkt' begint met een gedicht van De Graaff, waarin
de kern van zijn boodschap te lezen is: 'Er was eens een zee.
Zee leefde in een volmaakt gelukkige en natuurlijke staat van
natheid en golven. Maar op een dag bedacht zee zomaar dat ze
een boom was. Dit idee ging nooit meer weg. Zee was niet meer
gelukkig. Wat moet zee doen om weer water te worden? 'Niets
natuurlijk', antwoordde ik. 'Je hoeft alleen de illusie los
te laten dat je een boom bent.'
De
Graaff: ,,Er zijn een hoop mensen die op een slechte manier
naar de dingen kijken. Ik bedoel beperkend. De zee kan dat nu
wel denken, maar ze blijft de zee. In mijn film volg ik een
stroom, als je goed kijkt, zie je dat die steeds breder wordt.
Ik volg de stroom naar boven, naar de bron, het niets.''
'Het
niets' is onvatbaar voor meningen: ,,Sinds ik dat besef voel
ik me vrijer. Ik maak me minder druk, ook niet over dit interview.
Begrijp me niet verkeerd. Op het moment dat ik de slimme jongen
uit ga hangen, ben ik bang dat ik niet goed overkom. Daar heb
ik nu minder last van. Dat is wel plezierig.''
Standpuntverandering
is volgens de Graaff, die HTS-vliegtuigbouwkunde deed en in
1987 aan de Nederlandse film en televisie academie cum laude
afstudeerde, de truc om los te komen van de beperkingen die
wij ons in de onszelf toebedachte rol opleggen. Daarvoor moest
hij eerst onder ogen zien dat vanuit één standpunt alles illusie
is. Dertien jaar geleden, toen hij zijn script voor de film
schreef, begon hij aan dat proces dat nu in 'De zee die denkt'
verfilmd is. Bart Klever speelt de scenarioschrijver Bart Klever
die worstelt met het thema. De kijker moet meeworstelen om uit
te komen op de bevrijdende vlakte waarop ongefilterde ervaringen
mogelijk zijn. Als een poes die zich wentelt in het zonlicht.
Illusie
en ontmaskering gebruikt De Graaff om de kijker zover te krijgen.
Een belangrijke ingang is de illusie van de droom. De film begint
met een scène waarin zanger Rick de Leeuw een paar keer wakker
wordt. Twee keer belandt de kijker met hem in een droom. Als
de Leeuw naar de telefoon loopt, wordt hij steeds kleiner: ,,Mensen
beginnen pas te lachen als De Leeuw kleiner is dan de tafelpoot.
Je wilt zo lang geloven in wat je ziet.''
Het
huis in Friesland waar Bart Klever zich heeft teruggetrokken
voor het schrijven van zijn script staat vol optische grapjes:
een kubus waarvan het perspectief tureluurs maakt omdat het
twee kanten opgaat, een masker waarvan de ogen je overal in
de ruimte volgen. De camera ontmaskert ze na verloop van tijd
vanuit een ander standpunt.
Alle
objecten blijken terug te vinden te zijn in Gert de Graaffs
huis, dat een grote gelijkenis vertoont met Barts plek. ,,Let
niet op de rommel'', zegt hij over zijn werkkamer die hij na
het Idfa zo achterliet voor een reis naar Madeira. De chaos
is overeenkomstig met het slot van de film die eindigt in een
knallende ruzie, waarin Barts' vriendin Marga (Devika Strooker)
weigert nog langer mee te gaan in zijn proces: 'En dan schrijf
je zeker op dat ik het uitmaak', schreeuwt ze tegen Bart, die
zichzelf als personage in zijn script heeft opgevoerd. Spel
en werkelijkheid lopen verdacht dicht langs elkaar.
De
Graaff: ,,Die ruzie is noodzakelijk. Marga vertegenwoordigt
de andere kant van Bart. Hoe integreert hij het dagelijks leven
in zijn overtuiging? Als jij de bioscoop uitkomt en je bent
je fietssleutel kwijt, dan ben je ook in één keer terug in het
hier en het nu. Die paradox van Bart vind ik interessanter dan
alleen maar te zeggen 'alles is illusie'. Ik heb geprobeerd
om bij de kijker niet meer sympathie voor de één of de ander
op te roepen, onder andere door de spelers uit beeld te houden.
Volgens mij lukt dat aardig.''
Op
de achtergrond klinkt constant Gert de Graaff, alias Niek, wiens stem op op
bandjes met metalen spoel staat (Hier heeft De Graaff een jaar
naar gezocht. Niets is toevallig gekozen, wat voor alle sènes
geldt. ,,Ik heb het bloed onder de nagels van mijn medewekers
gehaald.''). Het zijn fragmenten van echte gesprekken tussen
De Graaf en Klever, een compilatie van vele (nachtelijke) uren
praten aan de houten tafel in De Graaffs huis: ,,De goede dingen
ontstonden als we zo samen zaten te praten. Vanuit 'het niets'
kwam ik uit bij 'liefde'. 'Liefde?' vroeg Bart. Ja, volgens
mij onstaat onbaatzuchtigheid als je het ego weghaalt, dan valt
er niets meer te halen, is er niemand meer die iets móet. Kun
je zijn zoals een poes 'er' is.''
Stijntje
Blankendaal, Trouw, 21-12-2000